Dorn-methode

Het uitgangspunt van de Dorn methode is een verschil in beenlengte, een veel voorkomend probleem bij mensen met rugklachten. In veel gevallen wordt dat beenlengteverschil veroorzaakt door een scheve bekkenstand en blokkades in de gewrichten. Er kan zelfs in het meest extreme geval een beenlengteverschil ontstaan van wel 4,5 cm. Door de Dorn methode toe te passen kan een beenlengteverschil bijna altijd worden verbeterd dan wel opgeheven. (In sommige gevallen is het ene been daadwerkelijk langer dan de andere, door bijvoorbeeld een botbreuk of operatie, in dat geval is het beenlengteverschil niet ophefbaar met de Dorn-methode en zal de cliënt worden doorverwezen naar een podo-therapeut.)

Als na het corrigeren van het beenlengteverschil de basis in orde is, gaan we verder met het controleren van het bekken en daarna de wervelkolom.
Behalve het beenlengteverschil en het opheffen van blokkades in de gewrichtjes van de wervelkolom kan de Dorn-methode ook toegepast worden op andere gewrichten, zoals het schouder, de elleboog, pols en de vingers.

Kenmerkend voor de Dorn-methode is dat er gecorrigeerd wordt in de beweging en niet in rust, zoals vaak bij andere therapieën het geval is. Door deze beweging worden de spieren als het ware voor de gek gehouden en kunnen de spieren de correctie niet tegenwerken. Er wordt niet gemanipuleerd, enkel gemobiliseerd, er wordt dus niets geforceerd.
Er wordt gebruik gemaakt van specifieke mobilisatietechnieken om de bewegingsbeperking of blokkades op te heffen. De effecten zijn vaak direct merkbaar: je voelt een verbetering van de bewegingsvrijheid en een afname van pijn.

Wanneer de Dorn-methode?

Diverse klachten komen voort uit de rug/wervelkolom. Vaak ook klachten waarbij niet direct een link wordt gelegd met een “geblokkeerde” wervel. Bijvoorbeeld maagdarmklachten, hoofdpijn, nekklachten, uitstralende pijn in armen of benen, rugpijn.
De klachten kunnen ontstaan door irritatie van een zenuw die druk krijgt van een vastzittende wervel.
De zogenaamde spinale zenuwen treden tussen de wervels naar buiten en verzorgen de daaraan gekoppelde interne organen en lichaamsdelen. De zenuwopeningen tussen de wervels zijn bij sommige wervels niet al te groot. Door scheefstand van één of meerdere wervels worden de betreffende zenuwen ingeklemd en in hun functie belemmerd. Dit kan allerhande klachten geven in de gerelateerde gebieden.
De zenuw hoeft niet compleet te worden afgeklemd om klachten te veroorzaken. Een constante zeer lichte druk van de “scheve” wervel, kan de spinale zenuw al irriteren.

Wat doet de Dorn-methode?

Bij de Dorn methode worden, net als bij chiropractie, gewrichten en wervels in hun juiste positie teruggebracht waardoor klachten kunnen verminderen of verdwijnen. Tegelijk wordt het bindweefsel (de fascia) tussen de wervels los gemaakt, zodat de doorbloeding beter wordt en spieren en gewrichten soepeler kunnen bewegen. 

Hoe ontstaat een beenlengteverschil?

De oorzaken van beenlengte verschil kunnen zijn: een val, vertillen, een misstap, maar vooral scheef zitten. Als je zit, staat de romp in een 90 graden positie ten opzichte van de benen. Dan ontspannen de heupspieren zich. Het heupgewricht bestaat simpel gezegd uit een kop en een kom, met daar tussen kraakbeen, bijeengehouden door spieren en pezen. Slaan we nu het ene been over het andere, dan wordt de kop van dat bovenbeen als het ware iets uit de kom van het heupgewricht getrokken. Staan we nu op, en glijdt het gewricht niet automatisch terug in de goede positie, dan wordt de foute houding door het aanspannen van de spieren gestabiliseerd. Nog sterker gebeurt dat in de auto, omdat die bij het zitten ook nog trilt. Ook zitten op een portemonnee kan een beenlengteverschil veroorzaken.

Zooltjes als oplossing voor een beenlengteverschil?

Om het beenlengteverschil op te heffen wordt vaak al snel gebruik gemaakt van een orthopedische hakverhoging (zooltje). Maar dit is niet in alle gevallen een goede oplossing. Er dient altijd gekeken te worden naar de hele mens en gezocht te worden naar de oorzaak van het probleem.

Wanneer niet?
In het geval dat het beenlengteverschil wordt veroorzaakt door een scheefstand in het bekken wordt het eigenlijke probleem niet opgelost met zooltjes, in dat geval is het beter eerst het bekken te corrigeren (bijvoorbeeld met de Dorn-methode of chiropractie) en dan weer te kijken naar de beenlengte.

Wanneer dan wel zooltjes?
In sommige gevallen heeft het beenlengteverschil een anatomische oorzaak. Het kan zijn dat de botten echt verschillend zijn van lengte, of een verschillende vorm hebben (het ene bot is meer gebogen dan de andere). Een verschil kan ook ontstaan door een operatie (bijvoorbeeld een nieuwe heup). Ook kan de voet een afwijkende vorm hebben. In deze gevallen kan het wél nodig zijn de stand te corrigeren met behulp van therapeutische zolen. Hiervoor kan men terecht bij een podoloog of podotherapeut.

Vragen? Stel ze hier! Of maak meteen een afspraak:

5 + 15 =